Kloosterkapel Sibrandahûs zondag 29 september 2024
Overrompelend spel Guitar Bizarre in Kloosterkapel Sibrandahûs
Met ronduit meesterlijk gitaarspel en een dijk van een gitaarprogramma, een machtig mooie mix van klassiek, pop, jazz, funk, et cetera, trapten Remco de Haan en Hendrik Jan de Jong zondagmiddag het nieuwe culturele seizoen in de Kloosterkapel van Sibrandahûs af.
Sinds 2021 vormen de klassiek geschoolde Remco en de in de lichte muziek gepokt en gemazelde Hendrik Jan het duo ‘Guitar Bizarre’ en in drie jaar tijd zijn de gitaristen muzikaal zo naar elkaar toegegroeid, dat hun muziek niet uiteenvalt in verschillende stijlen maar één grote gecombineerde stijl is.
Zoals in de Kloosterkapel bleek, spelen ze zowel andermans composities als eigen werk en heel vaak vervullen daarbij de door Hendrik Jan vervaardigde backing tracks een wondermooie rol.
Hoe de akoestische gitaren – de klassieke met nylon snaren en de western met stalen snaren – apart klonken, werd volop duidelijk in twee solostukken en hoe ze qua kleur samen klonken, bleek uit alle duo-vertolkingen.
Daaronder bevonden zich onder andere arrangementen van klassieke pianowerken, zoals ‘Gnossienne nr. 1’ van Erik Satie en een ‘Romance’ van Franz Liszt.
Melodie- en begeleidingsnoten klonken bij toerbeurt uit de beide gitaren op en de instrumentale twee-eenheid was zonder meer een lust.
In het eigen werk, met een veelal autobiografische inslag, lieten Remco en Hendrik Jan echt alle mogelijke – en soms welhaast onmogelijke – zaken de revue passeren. Bliksemsnel wisten ze hun snaren te raken, goed getimed en zorgvuldig gingen ze om met alle losse noten, op virtuoze wijze deelden ze akkoordbrekingen en verder gaven ze accenten op de juiste plekken en zetten ze voortstuwende passages goed gedoseerd af tegen remmende momenten.
En wie goed oplette, kon constateren dat de minimale bewegingen van handen en vingers een maximaal effect opleverden.
‘On my way’ was het meest autobiografische werk van Remco en ‘Never been to Africa’ dat van Hendrik Jan.
In laatstgenoemde compositie waren de Afrikaanse ritmes, en daarmee het dansante aspect, goed vertegenwoordigd.
Jazz- en gypsyjazz- hoogtepunten waren respectievelijk ‘Last train home’ van Pat Metheny en een wals van Django Reinhardt.
Schitterende vertolkingen allebei, met aandacht voor alles wat maten binnen de maatstrepen aan mogelijkheden te bieden hebben.
Een complete les in maat – en maataccenten liet Hendrik Jan voorafgaan aan een funknummer, gebaseerd op songs van Stevie Wonder en James Brown.
Dankzij zijn heldere uitleg miste de funk zijn uitwerking niet.
Remco en Hendrik Jan besloten hun overweldigend mooie concert met ‘Classical Speed’ van de hand van Remco en deden dit uiteraard met vuur en vooral vaart.
RENNIE VEENSTRA
Kloosterkapel Sibrandahûs zondag 28 januari 2024
Gitaar in de hoofdrol bij Joost Dijkema
‘Ik ben geen entertainer, maar een muzikant’, deelde singer-songwriter Joost Dijkema zondagmiddag in de Kloosterkapel van Sibrandahûs zijn publiek mee.
Het bleek een juiste beschrijving van zichzelf te zijn, want zijn gitaarspel, met daarbij soms een gezongen tekst, steeg qua niveau ver uit boven dat van zijn mondelinge toelichtingen. Om nog maar te zwijgen van de verstaanbaarheid van de meeste titels van zijn nummers.
Gelukkig is Joost een aangename podiumpersoonlijkheid met een grote gunfactor en kan hij, zoals gezegd, spelen als de beste.
Dat deed hij dan ook volop, met een opzienbarende techniek en een fabelachtige vingervlugheid.
Joost maakte tijdens zijn concert afwisselend gebruik van drie gitaren, waarvan er één ooit aan zijn grote voorbeeld Michael Chapman toebehoorde. Op dit uit 1952 stammende instrument vertolkte hij onder andere Chapmans nummer ‘Sometimes’, waarin de instrumentale tussenspelen bijna meer zeggingskracht kregen dan de zangfragmenten.
Joost heeft een goede zangstem en die zal er, nu hij gestopt is met roken, waarschijnlijk ook nog eens langzamerhand op vooruitgaan, maar in de lagere regionen klonk zijn stem nogal krachteloos en vrijwel bij ieder zangnummer zette hij met meer succes de instrumentale taal in.
Naast Engelstalige covers, zoals ‘Song For A Deck Hand’s Daughter’ van James McMurtry, het eerder genoemde nummer van Chapman en ook diens ‘Shuffleboat River Farewell’, zong Joost steeds eigen nummers in het Engels. Nummers als ‘Gold Wing’, ‘Buddy’, ‘Shards Of Love’ en ‘Edge Of The City’, waarbij hij wel enig voorafgaand commentaar leverde, maar die inhoudelijk nauwelijks te volgen waren.
Nee, dan liet zijn gitaar-taal zich beter verstaan. Alhoewel, de puur instrumentale stukken duurden allemaal net iets te lang. Aan variatie geen gebrek binnen het notenmateriaal, maar een oor raakt op een gegeven moment verzadigd.
Joost, zelf bijna in trance, speelde stukken als ‘Let it rain’ steeds met zijn ogen dicht en dat belette hem helaas om zicht te houden op de aandacht van zijn toehoorders.
Wanneer de muzikant aan zijn spel met enig voetenwerk ook nog extra elektronische geluidseffecten toevoegde, was de totaalklank af en toe overweldigend.
En wie in zo’n geval zijn ogen open had, kon alleen al genieten van het kijken naar de vurig spelende gitarist. Een topmuzikant!
RENNIE VEENSTRA
Kloosterkapel Sibrandahûs zondag 22 oktober 2023
Esther de Jong & band: sfeerbepalende muziek
Ergens halverwege haar liedjesprogramma in de Kloosterkapel te Sibrandahûs maakte singer-songwriter Esther de Jong zondagmiddag de opmerking “Mijn nummers zijn allemaal ontstaan in een tijd, dat het met mij niet zo goed ging; als ik me namelijk wel goed voel, dan maak ik geen muziek”.
Tsja, waar moeten we dan het meest blij om zijn? Een gelukkige Esther en geen concert of wel een concert, maar dan met louter treurige liedjes?
Van zo’n concert was namelijk sprake in de Kloosterkapel, waarin veel traag en vooral tragisch repertoire voorbijkwam.
En daarvan werd ik in ieder geval bepaald niet vrolijk.
Met al haar nummers, hetzij solo gezongen hetzij met begeleiding van haar muzikanten Patrick Schaafstal (gitaar), Esker van de Werken (toetsen, snaren), Raven van de Werken (toetsen) en Jochem Knoef (drums), gaf Esther uiting aan veel eigen wee en dat bracht zij op zodanige wijze aan de man, dat de weemoed oversloeg op de luisteraars.
Op zich een hele kunst om jouw sfeer te kunnen overdragen op anderen, maar te veel van het goede is al niet goed, laat staan teveel van het ‘kwade’.
De titels van alle nummers en een korte inhoud daarvan stonden keurig vermeld op een programmablad en dankzij Esthers uitstekende dictie waren de meeste teksten goed te verstaan. Gelukkig maar, want de zangeres heeft heus zinnige dingen te vertellen. Soms zegt ze die gewoon, soms spreekt-zingt ze die en een andere keer zingt ze die voluit.
Met haar stem kan ze vele kanten op en dat deed ze dan ook. Qua timing zit het ook zeker goed bij deze zangeres, die volgens het programmablad zong ‘over willen ontsnappen’, ‘over een wens’, ‘over genoeg hebben aan jezelf’, over gedachten’, et cetera.
Haar solo’s ‘Haas’, ‘Uitgepraat’ en ‘Dwalen’, die ze met eigen gitaarbegeleiding zong, waren niet te versmaden teksten op muziek en juist dankzij het langzame tempo waren ze tot op de letter nauwkeurig te volgen.
De door de band begeleide nummers kenmerkten zich door specifieke instrumentencombinaties, bijzondere effecten en vocale erupties en daarmee onderscheidde de ene liedverpakking zich telkens op aangename wijze van de andere. Zo was er toch nog sprake van enige variatie bij dit concert.
Als daarin verder nog wat meer gesproken aankondigingsteksten hadden gezeten en iedereen wat meer op het publiek gericht had gemusiceerd, zou dit beslist aan kracht en schoonheid hebben gewonnen.
En wat Esther betreft: schrijf ook eens muziek in je gelukkige periodes!
RENNIE VEENSTRA
Kloosterkapel Sibrandahûs zondag 23 april 2023
‘Something Else’: identiteit en originaliteit
Dat in de naam van de band ‘Something Else’ alleen de voornaam van zangeres Else van der Greft voorkomt, betekent niet, dat de andere bandleden een ondergeschikte rol spelen. Integendeel! Roelof Wagenaar (gitaar), Niels Broekema (basgitaar), Jan Roorda (toetsen, zang) en Sido Wagenaar (drums, percussie, zang) zijn, zoals zondagmiddag in de Kloosterkapel van Sibrandahûs bleek, allemaal stevige pijlers onder de bandmuziek.
Van een zwakke of zwakkere schakel is geen sprake bij deze formatie, die zo’n vijf jaar oud is, en inmiddels een geheel eigen sound heeft ontwikkeld. Een sound, die de verschillende nummers een zekere mate van gelijkvormigheid verleent en tegelijkertijd de originaliteit ervan staande houdt.
Het repertoire bestaat uit eigen en geleend materiaal en de zangteksten worden afwisselend in het Fries, Nederlands en Engels gezongen.
Met haar aankondigingen van en haar zangparticipatie in elk nummer gaf Else haar stembanden er zondagmiddag flink van langs. Gelukkig bezit zij een stevige stem, die hoog en laag en alles er tussenin aankan, en wist zij haar teksten met een meer dan aangenaam geluid te presenteren.
In de meerstemmige passages stonden Jan Roorda en Sido Wagenaar haar terzijde en hun mannenstemmen matchten perfect met de vrouwenstem.
Omdat Else tijdens haar zang, op een enkele uitzondering na, ook steeds de gitaar hanteerde, maakte zij deel uit van het instrumentaal ensemble, dat veel meer deed dan alleen begeleiden.
De voortreffelijke muzikanten zorgden voor boeiende intro’s en ingenieuze intermezzi en werkten collectief en constructief aan elk muzikaal bouwwerkje.
Uit ieders afzonderlijke instrument kwamen de mooiste klanken en deze gingen telkens op in het fraaie ensemblespel, waarin af en toe het Hammondorgelgeluid de nodige nostalgie opwekte.
Zowel het tempo als het volume van het repertoire lag over het algemeen hoog. Zelfs bij het verdrietige liefdeslied ‘Tomorrow’.
Aan Engelstalige nummers passeerden verder onder andere ‘Not surprised’, ‘Along the way’, ‘Therapy’ en ‘Loving you’ de revue. In het Nederlands werd ‘Heel veel hebben’ (Grof Geschut) gezongen en in het Fries kwamen ‘Underweis’, ‘Mear as oars’, ‘Bliuw hjir stean’ en ‘Ferline tiid’ voorbij.
Een uitermate rustig en bijna statisch nummer was ‘Digging deep’. Hierin geen opzwepend ritme, maar wel teksten en tonen, die aandacht vroegen en zeker verdienden.
‘Something Else’ trad dit seizoen als laatste groep op in de Kloosterkapel en zette met veel enthousiasme een punt achter de concertserie.
Met ‘Something tot talk about’ van Bonnie Raitt nam de band afscheid van het publiek, dat op deze wijze stof tot napraten kreeg.
Rennie Veenstra
Kloosterkapel Sibrandahûs zondag 11 september 2022
Seunnenga en Seun: ontmoeting van uitersten
Wie zondagmiddag in de Kloosterkapel te Sibrandahûs het optreden van Jankobus Seunnenga zowel voor als na de pauze meemaakte, zal ongetwijfeld versteld hebben gestaan van de haast niet te rijmen uitersten in deze artiest. Seunnenga begon het eerste deel van het eerste concert van de Kloosterkapelserie onder zijn eigen naam met op muziek gezette gedichten uit zijn nieuwe gedichtenbundel (met cd) ‘Slijp Steen’ en kreeg bij de vertolking daarvan assistentie van Dick Vestdijk (viool) en Joop van der Linden (trombone). “We moeten goed op elkaar letten, want we spelen vandaag voor het eerst samen”, zei Jankobus, die de meeste zang voor zijn rekening nam en de gitaar hanteerde. Misschien was het als grapje bedoeld, maar het samenspel verliep inderdaad niet altijd zoals het hoorde. Er waren misplaatste dissonanten en soms onzekere momenten. Het karakter van de meeste nummers was op het klagende af, met een daarbij behorend traag tempo, en het luisteren ernaar was nogal vermoeiend, of het nu over vakantie, een zomeravond, een vluchteling dan wel de liefde ging.
‘Marian’ sprong er wat mij betreft uit. Met name het fraaie refrein bekoorde en daarin waren de muzikanten beslist op hun best. Na de pauze stond Seunnenga als Seun op het podium en werd hij geflankeerd door de muzikanten Julian Dijkstra (gitaar, banjo, zang) en Sander Veldman (cajón). Als ‘Deun van Seun’ maakten ze er gedrieën, maar vaak ook met trombonist Joop van der Linden erbij, een waar muziekfeest van, compleet met lalala-gezang, gejodel en gefluit. In rap tempo en met veel vrolijkheid en schwung trakteerden ze het publiek op nummers als ‘Zoek de zon op’, ‘Vaar je mee op de Waddenzee’, ‘Gib mir den Wodka, Anuschka’, ‘Holderdebolder, we hebben een koe op zolder’, Herman moest naar Brada’ en ‘Madammen met een bontjas’. Stuk voor stuk nummers om bijna niet stil bij te kunnen blijven zitten. Wat een verschil met het luisterprogramma van voor de pauze! De banjo, bij toerbeurt bespeeld door Julian en Jankobus, deed wonderen bij deze muziek en de gelegenheidstrombonist speelde alsof hij nooit anders had gedaan. In de refreinen hielp het publiek een handje, maar omdat er maar een handjevol publiek aanwezig was, konden de muzikanten in dit geval geen woorden of zinnen aan anderen overlaten. Geen probleem, ze kweten zich hoor- en zichtbaar vol enthousiasme en energie van hun muzikale taak.