Welkom op de website van Kloosterkapel Sibrandahûs
Kloosterkapel Sibrandahûs zondag 22 oktober 2023
Esther de Jong & band: sfeerbepalende muziek
Ergens halverwege haar liedjesprogramma in de Kloosterkapel te Sibrandahûs maakte singer-songwriter Esther de Jong zondagmiddag de opmerking “Mijn nummers zijn allemaal ontstaan in een tijd, dat het met mij niet zo goed ging; als ik me namelijk wel goed voel, dan maak ik geen muziek”.
Tsja, waar moeten we dan het meest blij om zijn? Een gelukkige Esther en geen concert of wel een concert, maar dan met louter treurige liedjes?
Van zo’n concert was namelijk sprake in de Kloosterkapel, waarin veel traag en vooral tragisch repertoire voorbijkwam.
En daarvan werd ik in ieder geval bepaald niet vrolijk.
Met al haar nummers, hetzij solo gezongen hetzij met begeleiding van haar muzikanten Patrick Schaafstal (gitaar), Esker van de Werken (toetsen, snaren), Raven van de Werken (toetsen) en Jochem Knoef (drums), gaf Esther uiting aan veel eigen wee en dat bracht zij op zodanige wijze aan de man, dat de weemoed oversloeg op de luisteraars.
Op zich een hele kunst om jouw sfeer te kunnen overdragen op anderen, maar te veel van het goede is al niet goed, laat staan teveel van het ‘kwade’.
De titels van alle nummers en een korte inhoud daarvan stonden keurig vermeld op een programmablad en dankzij Esthers uitstekende dictie waren de meeste teksten goed te verstaan. Gelukkig maar, want de zangeres heeft heus zinnige dingen te vertellen. Soms zegt ze die gewoon, soms spreekt-zingt ze die en een andere keer zingt ze die voluit.
Met haar stem kan ze vele kanten op en dat deed ze dan ook. Qua timing zit het ook zeker goed bij deze zangeres, die volgens het programmablad zong ‘over willen ontsnappen’, ‘over een wens’, ‘over genoeg hebben aan jezelf’, over gedachten’, et cetera.
Haar solo’s ‘Haas’, ‘Uitgepraat’ en ‘Dwalen’, die ze met eigen gitaarbegeleiding zong, waren niet te versmaden teksten op muziek en juist dankzij het langzame tempo waren ze tot op de letter nauwkeurig te volgen.
De door de band begeleide nummers kenmerkten zich door specifieke instrumentencombinaties, bijzondere effecten en vocale erupties en daarmee onderscheidde de ene liedverpakking zich telkens op aangename wijze van de andere. Zo was er toch nog sprake van enige variatie bij dit concert.
Als daarin verder nog wat meer gesproken aankondigingsteksten hadden gezeten en iedereen wat meer op het publiek gericht had gemusiceerd, zou dit beslist aan kracht en schoonheid hebben gewonnen.
En wat Esther betreft: schrijf ook eens muziek in je gelukkige periodes!
RENNIE VEENSTRA
Kloosterkapel Sibrandahûs zondag 23 april 2023
‘Something Else’: identiteit en originaliteit
Dat in de naam van de band ‘Something Else’ alleen de voornaam van zangeres Else van der Greft voorkomt, betekent niet, dat de andere bandleden een ondergeschikte rol spelen. Integendeel! Roelof Wagenaar (gitaar), Niels Broekema (basgitaar), Jan Roorda (toetsen, zang) en Sido Wagenaar (drums, percussie, zang) zijn, zoals zondagmiddag in de Kloosterkapel van Sibrandahûs bleek, allemaal stevige pijlers onder de bandmuziek.
Van een zwakke of zwakkere schakel is geen sprake bij deze formatie, die zo’n vijf jaar oud is, en inmiddels een geheel eigen sound heeft ontwikkeld. Een sound, die de verschillende nummers een zekere mate van gelijkvormigheid verleent en tegelijkertijd de originaliteit ervan staande houdt.
Het repertoire bestaat uit eigen en geleend materiaal en de zangteksten worden afwisselend in het Fries, Nederlands en Engels gezongen.
Met haar aankondigingen van en haar zangparticipatie in elk nummer gaf Else haar stembanden er zondagmiddag flink van langs. Gelukkig bezit zij een stevige stem, die hoog en laag en alles er tussenin aankan, en wist zij haar teksten met een meer dan aangenaam geluid te presenteren.
In de meerstemmige passages stonden Jan Roorda en Sido Wagenaar haar terzijde en hun mannenstemmen matchten perfect met de vrouwenstem.
Omdat Else tijdens haar zang, op een enkele uitzondering na, ook steeds de gitaar hanteerde, maakte zij deel uit van het instrumentaal ensemble, dat veel meer deed dan alleen begeleiden.
De voortreffelijke muzikanten zorgden voor boeiende intro’s en ingenieuze intermezzi en werkten collectief en constructief aan elk muzikaal bouwwerkje.
Uit ieders afzonderlijke instrument kwamen de mooiste klanken en deze gingen telkens op in het fraaie ensemblespel, waarin af en toe het Hammondorgelgeluid de nodige nostalgie opwekte.
Zowel het tempo als het volume van het repertoire lag over het algemeen hoog. Zelfs bij het verdrietige liefdeslied ‘Tomorrow’.
Aan Engelstalige nummers passeerden verder onder andere ‘Not surprised’, ‘Along the way’, ‘Therapy’ en ‘Loving you’ de revue. In het Nederlands werd ‘Heel veel hebben’ (Grof Geschut) gezongen en in het Fries kwamen ‘Underweis’, ‘Mear as oars’, ‘Bliuw hjir stean’ en ‘Ferline tiid’ voorbij.
Een uitermate rustig en bijna statisch nummer was ‘Digging deep’. Hierin geen opzwepend ritme, maar wel teksten en tonen, die aandacht vroegen en zeker verdienden.
‘Something Else’ trad dit seizoen als laatste groep op in de Kloosterkapel en zette met veel enthousiasme een punt achter de concertserie.
Met ‘Something tot talk about’ van Bonnie Raitt nam de band afscheid van het publiek, dat op deze wijze stof tot napraten kreeg.
Rennie Veenstra
Kloosterkapel Sibrandahûs zondag 11 september 2022
Seunnenga en Seun: ontmoeting van uitersten
Wie zondagmiddag in de Kloosterkapel te Sibrandahûs het optreden van Jankobus Seunnenga zowel voor als na de pauze meemaakte, zal ongetwijfeld versteld hebben gestaan van de haast niet te rijmen uitersten in deze artiest. Seunnenga begon het eerste deel van het eerste concert van de Kloosterkapelserie onder zijn eigen naam met op muziek gezette gedichten uit zijn nieuwe gedichtenbundel (met cd) ‘Slijp Steen’ en kreeg bij de vertolking daarvan assistentie van Dick Vestdijk (viool) en Joop van der Linden (trombone). “We moeten goed op elkaar letten, want we spelen vandaag voor het eerst samen”, zei Jankobus, die de meeste zang voor zijn rekening nam en de gitaar hanteerde. Misschien was het als grapje bedoeld, maar het samenspel verliep inderdaad niet altijd zoals het hoorde. Er waren misplaatste dissonanten en soms onzekere momenten. Het karakter van de meeste nummers was op het klagende af, met een daarbij behorend traag tempo, en het luisteren ernaar was nogal vermoeiend, of het nu over vakantie, een zomeravond, een vluchteling dan wel de liefde ging.
‘Marian’ sprong er wat mij betreft uit. Met name het fraaie refrein bekoorde en daarin waren de muzikanten beslist op hun best. Na de pauze stond Seunnenga als Seun op het podium en werd hij geflankeerd door de muzikanten Julian Dijkstra (gitaar, banjo, zang) en Sander Veldman (cajón). Als ‘Deun van Seun’ maakten ze er gedrieën, maar vaak ook met trombonist Joop van der Linden erbij, een waar muziekfeest van, compleet met lalala-gezang, gejodel en gefluit. In rap tempo en met veel vrolijkheid en schwung trakteerden ze het publiek op nummers als ‘Zoek de zon op’, ‘Vaar je mee op de Waddenzee’, ‘Gib mir den Wodka, Anuschka’, ‘Holderdebolder, we hebben een koe op zolder’, Herman moest naar Brada’ en ‘Madammen met een bontjas’. Stuk voor stuk nummers om bijna niet stil bij te kunnen blijven zitten. Wat een verschil met het luisterprogramma van voor de pauze! De banjo, bij toerbeurt bespeeld door Julian en Jankobus, deed wonderen bij deze muziek en de gelegenheidstrombonist speelde alsof hij nooit anders had gedaan. In de refreinen hielp het publiek een handje, maar omdat er maar een handjevol publiek aanwezig was, konden de muzikanten in dit geval geen woorden of zinnen aan anderen overlaten. Geen probleem, ze kweten zich hoor- en zichtbaar vol enthousiasme en energie van hun muzikale taak.